Soms zijn er banden die niet zichtbaar zijn, maar die je voelt in de diepste kern van je wezen. Mijn tweelingzusjes werden geboren op 25 februari 1953, maar hun leven was zo kort dat het nauwelijks sporen naliet in de wereld. En toch, hun bestaan is verweven met het mijne. Ik heb ze nooit gekend, want ze stierven voordat ik geboren werd. Maar een van hen leeft in mij voort, niet alleen in naam, maar in iets wat veel dieper gaat.
Vandaag is haar geboorte- en sterfdag. Een dag die niet in stilte voorbijgaat, want in mijn hart leeft ze voort. Ik draag haar naam en daarmee draag ik een stukje van haar ziel met me mee. Op momenten dat ik iemand nodig heb, als het leven zwaar voelt en ik zoek naar steun, is ze daar. Ze is niet zichtbaar, niet tastbaar, maar haar aanwezigheid is zo echt als het kloppen van mijn hart. We zijn een twee-eenheid, op een manier die niet uit te leggen is met woorden alleen.
Sommige mensen geloven dat banden na de dood vervagen, maar ik weet dat dat niet waar is. Mijn zusje, dat nooit heeft mogen leven, leeft op een andere manier voort. In mijn gedachten, in mijn gevoel, in de momenten dat ik haar het meest nodig heb. Ze is het fluisteren in de stilte, de troost in mijn eenzaamheid. Een wonder op een manier die de meeste mensen niet begrijpen.
Misschien is het juist door dit contrast dat ik haar aanwezigheid zo sterk voel. Want in een wereld waarin niets blijvend is, is onze band dat wel. Zij en ik, onlosmakelijk verbonden, door tijd, door naam, door iets wat niemand kan zien, maar wat ik altijd zal voelen.
Soms vraag ik me af hoe het zou zijn als ze echt had geleefd. Of we samen hadden gelachen, gedanst, geheimen hadden gedeeld. Maar misschien gebeurt dat al, op een manier die niet in het zichtbare leven past, maar wel in het hart. En dat is genoeg. Meer dan genoeg.
-schilderij, foto is niet van mij-